Bijscholing Leerling volgsysteem Rijinstructeurs
Korte cursusinhoud
- Leerplan, Leergang, Lesplan
- Structuur in de rijles
- Het gewenste en het feitelijke aanvangsniveau
- Het model didactische analyse
- Het gebruik van doelstellingen
- Feedback geven
- Product en procesevaluatie
- Het gebruik van statistieken tijdens de rijopleiding
- Praktijkopdracht invullen van een instructiekaart
Geldigheid WRM bijscholing
Deze bijscholingscursus is geldig voor zowel WRM als RIS rijinstructeurs. De bijscholing duurt 1 dag en telt mee voor 2 dagdelen theoretische bijscholing.
WRM nummer bijscholingscursus
28
Prijs 115,-
- Inclusief studiemateriaal
- Inclusief schrijfblok en pen
- Inclusief certificaat van deelname
- Inclusief koffie/thee/water
- Inclusief lunch
- Vrijgesteld van BTW
- Gratis Parkeren
- Exclusief IBKI bijdrage € 25,50 (€ 26,00 va 01-04-2025)
Cursusinhoud bijscholingscursus
Tijdens een goede rijopleiding hebben alle rijlessen een logische opbouw van leerstof. Om het maximale resultaat uit een rijles en een rijopleiding te halen is deze structuur van groot belang. Deze structuur is een handvat voor de rijinstructeur en zorgt ervoor dat een leerling zijn rijles krijgt aangeboden op het juiste leerniveau.
Tijdens deze bijscholingscursus gaan we dieper in op de structuur van een rijles. Aan de hand van het model Didactisch Analyse (model DA) bekijken we de opbouw van een rijles. We behandelen het belang van het goed in kaart brengen van de beginsituatie, de doelstelling en de evaluatie voor de rijopleiding. Om een goede structuur te creëren in een rijles is de instructievorderingenkaart een zeer belangrijk hulpmiddelen. Deze kaart staat immers aan de basis van een goede lesvoorbereiding. We bekijken daarom verschillende instructiekaarten en zullen zelf actief deze kaarten gaan invullen.
Daarnaast wordt gedurende deze cursus aandacht besteed aan statistiek. Hierbij staat de vraag centraal. Hoe kunnen statistieken je helpen om de rijles te verbeteren? We bekijken onder andere slagingspercentages per instructeur, examinator en per regio. Daarnaast maken we een analyse van het CBR uitslagformulier.
Leerdoelen
- De instructeur kan beschrijven wat een leerplan, leergang en een lesplan is.
- De instructeur kan beschrijven wat toetsen is.
- De instructeur kan beschrijven wat het verschil is tussen een aanvangsniveau en een vorige les.
- De instructeur kan beschrijven wat het verschil is tussen het gewenste (vereiste) aanvangsniveau (door middel van de instructievorderingenkaart) en het feitelijke aanvangsniveau (gemeten in de praktijk).
- De instructeur kan een juiste doelstelling van de les benoemen en dit aan het einde van de les ook terugkoppelen op de instructievorderingenkaart middels een niveau.
- De instructeur kan beschrijven wat ‘aansluiting met voorgaande lesonderwerpen’ inhoudt en verklaren waar op de instructievorderingenkaart deze relatie ligt.
[Speciaal voor RIS-instructeurs:] De instructeur kan verklaren wat het verschil/de overeenkomst is tussen de drie fasen binnen de RIS-opleiding en de vier fasen binnen onderwijskunde en deze weer onderverdelen in stappen.
- De instructeur kan een logische opbouw in lesonderwerpen verklaren en dit ook benoemen op een instructievorderingenkaart.
- De instructeur kan beschrijven wat feedback is en kan verklaren wanneer deze moet plaatsvinden.
- De instructeur kan het verschil tussen een product- en een procesevaluatie benoemen.
- De instructeur kan beschrijven hoe een lesplan is opgebouwd en waar in het lesplan feedback gegeven moet worden en/of een evaluatie moet plaatsvinden.
- De instructeur kan demonstreren hoe hij een instructievorderingenkaart moet invullen.